Astronomen hebben het mysterie achter de ongebruikelijke ‘Diamantenring’-nevel in het stervormingsgebied van Cygnus X opgelost: het is het overblijfsel van een barstte gasbel, afgevlakt door ontsnappende gassen. In tegenstelling tot de meeste vergelijkbare structuren, die bolvormig zijn, verschijnt deze nevel als een aparte, ringvormige formatie. De ontdekking, gepubliceerd in Astronomy & Astrophysics, biedt belangrijke inzichten in hoe massieve sterren hun omgeving vormgeven en de toekomstige stergeboorte beïnvloeden.
De anatomie van een barstbubbel
De ‘Diamond Ring’ meet ongeveer 20 lichtjaar in doorsnede en schijnt helder in infrarood licht. Het is afkomstig van een massieve ster – ongeveer zestien keer de massa van onze zon – die intense straling en stellaire winden uitzond. Deze energie blies een bel van geïoniseerd koolstofgas op, die zich aanvankelijk in alle richtingen uitbreidde.
In plaats van een bolvorm te behouden, barstte de bel echter terwijl gassen door zwakkere gebieden ontsnapten. Dit resulteerde in de unieke, afgeplatte structuur die we vandaag de dag waarnemen. Computersimulaties bevestigen dit proces en laten zien hoe de initiële expansie plaats maakte voor een langzame, ringachtige expansie. De hele formatie is relatief jong, naar schatting ongeveer 400.000 jaar oud.
De rol van SOFIA en infraroodastronomie
Voor het observeren van dit fenomeen was gespecialiseerde apparatuur nodig. Het onderzoeksteam vertrouwde op SOFIA (Stratospheric Observatory for Infrared Astronomy), een aangepast Boeing-vliegtuig uitgerust met een infraroodtelescoop. SOFIA vliegt op grote hoogte en heeft toegang tot golflengten van licht die worden geblokkeerd door de atmosfeer van de aarde.
Nauwkeurige metingen van SOFIA onthulden dat de ring uitzet met ongeveer 1,3 kilometer per seconde (4.700 km/u), wat langzamer is dan vergelijkbare bellen. Deze langzame expansie komt overeen met het ontsnappende gasmodel.
Implicaties voor stervorming
De ‘Diamantring’ dient als goed voorbeeld van hoe individuele sterren hun omringende omgeving op dramatische wijze kunnen vormgeven. De energie die vrijkomt door massieve sterren beïnvloedt de dichtheid en distributie van gas en stof, wat op zijn beurt de vorming van nieuwe sterren beïnvloedt.
“Dergelijke processen zijn cruciaal om te begrijpen hoe sterren in onze Melkweg worden geboren”, legt co-auteur Dr. Nicola Schneider uit. De ontdekking benadrukt de dynamische wisselwerking tussen massieve sterren en hun omgeving en biedt nieuwe inzichten in de cyclus van stergeboorte en -evolutie























