Eeuwenlang hebben gemeenschappen rond het Bodenmeer in middeleeuws Europa actief de plantendiversiteit vergroot, waarbij ze het moderne verhaal van menselijke activiteiten die uitsluitend de achteruitgang van het milieu aanjagen ter discussie stelden. Nieuw onderzoek, gepubliceerd in de Proceedings of the National Academy of Sciences, onthult een aanhoudende hausse aan biodiversiteit die rond 500 n.Chr. begon en rond 1000 n. Dit was niet toevallig; het was een direct gevolg van culturele en economische innovaties op het gebied van landbouw, landbeheer en handel.

Een historische anomalie?

De bevindingen van het onderzoek staan ​​in schril contrast met de huidige trends, waarin het verlies aan biodiversiteit wereldwijd versnelt. Toch biedt de regio rond het Bodenmeer een overtuigende casestudy: menselijke samenlevingen kunnen de biodiversiteit gedurende lange perioden ondersteunen of zelfs verbeteren. Dit is vooral nu van cruciaal belang nu we het Antropoceen binnengaan – een tijdperk dat wordt bepaald door de menselijke invloed op de systemen van de aarde.

Hoe is het gebeurd?

Onderzoekers integreerden paleo-ecologische gegevens (fossiel stuifmeel uit sedimentkernen) met historische gegevens, waaronder landbouwarchieven van de abdij van St. Gall. Dankzij deze unieke combinatie konden ze de veranderingen in de plantendiversiteit over een periode van 4000 jaar reconstrueren. Uit de analyse bleek dat middeleeuwse gemeenschappen de natuur niet simpelweg tolereerden; ze vormden actief landschappen om diversiteit te bevorderen.

De rol van innovatie

De belangrijkste drijfveer was culturele aanpassing. Middeleeuwse boeren produceerden niet alleen voedsel; ze experimenteerden met agro-ecologische mozaïeken: kleinschalige, diverse landbouwsystemen. Handelsnetwerken speelden ook een rol, waarbij nieuwe plantensoorten werden geïntroduceerd en genetische uitwisseling werd bevorderd. Dit was geen passief proces; het was een doelbewuste poging om landschappen te beheren voor zowel de voedselproductie * als * de biodiversiteit.

Lessen voor vandaag

De bevindingen bieden een cruciale les voor natuurbeschermers en beleidsmakers: landbouwsystemen met een hoge natuurwaarde (HNV) kunnen de plantendiversiteit effectief vergroten zonder de voedselzekerheid op te offeren. Tussentijdse verstoringen – beheerde landschappen die niet geheel wild en ook niet volledig geïndustrialiseerd zijn – kunnen ideale omstandigheden creëren waarin de biodiversiteit kan gedijen.

Het grotere geheel

Deze studie is meer dan alleen een historische voetnoot. Het herinnert ons eraan dat interacties tussen mens en omgeving niet altijd destructief zijn. Door successen uit het verleden te bestuderen, kunnen we effectievere strategieën ontwikkelen voor het beheer van de biodiversiteit in het Antropoceen. De regio rond het Bodenmeer biedt een model voor duurzame landschappen – een waarin menselijke samenlevingen en de natuur naast elkaar kunnen bestaan ​​en zelfs kunnen floreren.

Uiteindelijk laat de middeleeuwse ervaring zien dat biodiversiteit niet alleen gaat over het behoud van wilde gebieden; het gaat over het integreren van de natuur in de structuur van het menselijk leven

попередня статтяDe ‘Diamantenring’-nevel: hoe een barstbubbel stervorming onthult
наступна статтяMondiale rijstopbrengsten worden bedreigd door toenemende overstromingen