Millennia lang heeft de mensheid de tijd ervaren als een stromende rivier, die ons meedogenloos van het verleden naar de toekomst voert. We spreken over de tijd die ‘vliegt’, ‘op niemand wacht’ en voortdurend vooruitgaat. Maar wat als deze fundamentele ervaring geen eigenschap van het universum is, maar een diepgewortelde psychologische projectie? Nieuw onderzoek suggereert dat het verstrijken van de tijd geen fysiek fenomeen is, maar een cognitieve constructie, een manier waarop onze geest een statische realiteit begrijpt.
De eeuwenoude wortels van twijfel
Het idee dat tijd zoals wij die waarnemen een illusie zou kunnen zijn, is niet nieuw. Oude filosofen, lang vóór de moderne natuurkunde, stelden het idee van verandering in vraag. Parmenides van Elea, een Griekse denker uit de 6e eeuw v. Als iets nu echt is, is het gewoon; er is geen overgang van potentieel naar feitelijk.
Een soortgelijk scepticisme komt voor in het werk van Aristoteles, in de oude hindoeïstische Advaita Vedanta en zelfs in de geschriften van St. Augustinus. Deze denkers herkenden een inherente tegenstrijdigheid in het beschrijven van tijd als een stromende entiteit, terwijl het begrip ‘stroom’ beweging binnen de tijd zelf impliceert, waardoor een circulaire logica ontstond.
Einstein en het statische heelal
De twintigste eeuw bracht wetenschappelijke steun voor deze filosofische twijfels. Isaac Newton had een absolute, universele tijd geponeerd die onafhankelijk van waarnemers verliep. Maar de relativiteitstheorieën van Albert Einstein vernietigden dit idee.
Einstein toonde aan dat de lichtsnelheid voor alle waarnemers constant is, ongeacht hun relatieve beweging. Dit ogenschijnlijk simpele feit heeft diepgaande implicaties. Om de constantheid van het licht te behouden, moet de tijd zelf relatief zijn. Twee waarnemers die met verschillende snelheden bewegen, zullen het oneens zijn over de timing van de gebeurtenissen. Een waarnemer in een rijdende trein zal de tijd anders ervaren dan iemand die stilstaat.
Onder de relativiteitstheorie zijn alle momenten in de tijd – verleden, heden en toekomst – even reëel. Er is geen objectief ‘nu’. Alles wat ooit is gebeurd of ooit zal gebeuren, bestaat gelijktijdig. Dit concept, bekend als het eeuwigheidsdenken, elimineert het idee van tijd als een stromende rivier. Het is niet zo dat tijd niet bestaat; het is dat het niet vloeit.
Psychologische projectie: de echte illusie
Als de tijd niet stroomt, waarom ervaren we het dan zo? De heersende verklaring noemt het verstrijken van de tijd vaak een ‘illusie’, wat duidt op een misvatting van de werkelijkheid. Filosoof Adrian Bardon stelt echter dat het juister is om het te omschrijven als psychologische projectie.
Net zoals kleur geen inherente eigenschap van een object is, maar een product van hoe onze hersenen lichtgolflengten interpreteren, is het verstrijken van de tijd geen kenmerk van het universum, maar een manier waarop onze geest ervaringen organiseert. We projecteren een gevoel van beweging op een statische realiteit.
Denk eens aan hoe wij GPS gebruiken. Het apparaat levert coördinaten die onze locatie en bestemming weergeven. Het betekent niet dat de GPS een bewuste entiteit is die denkt of voelt. Het verwerkt eenvoudigweg gegevens en presenteert deze op een manier die voor ons logisch is. Op dezelfde manier ervaren we het nog steeds als reëel, ook al ondersteunt de natuurkunde het dynamische verstrijken van de tijd niet.
Het onvermijdelijke perspectief
Bardon stelt dat elke beschrijving van de werkelijkheid onvermijdelijk doordrenkt zal zijn met onze subjectieve ervaring. We kunnen de wereld niet beschrijven zonder naar de tijd te verwijzen, net zoals we kleur niet kunnen beschrijven zonder naar golflengten te verwijzen. De fout ligt in het verwarren van ons perspectief met de werkelijkheid zelf.
Het verstrijken van de tijd is geen illusie die gecorrigeerd moet worden; het is een onvermijdelijke voorwaarde om mens te zijn. Het is geen vergissing om de tijd als vloeiend te beschouwen; het is gewoon hoe we betekenis geven aan een universum dat in de kern misschien wel tijdloos is.
De illusie is niet dat tijd niet bestaat; het is dat we onze perceptie ervan verwarren met de fundamentele aard ervan.
De ware openbaring is niet dat tijd een illusie is, maar dat onze ervaring ervan onlosmakelijk verbonden is met de daad van het waarnemen.
Bron: Adrian Bardon. 2025. Een korte geschiedenis van de filosofie van de tijd (tweede editie). Oxford University Press, ISBN: 9780197684108. Auteur: Professor Adrian Bardon, Wake Forest University
